Nagenoeg iedereen kent de bekendste onder de Indische kookboeken; zeg ‘Beb Vuyk’ en een verdere titel noemen is overbodig. Grote kans dat er ook een ‘Keijner’ in de boekenkast staat en misschien nog een exemplaar van de Indische keukengeheimen van Oma Keasberry. Stuk voor stuk namen van vrouwen die door hun recepten voortleven. Voor de naam Koba Catenius-van der Meijden moet er misschien iets dieper gegraven worden in het geheugen, maar er zijn waarschijnlijk weinig mensen bij wie de naam Nonna Cornelia nog een belletje doet rinkelen. Toch is het deze dame onder wier naam het allereerste Indische kookboek verscheen:  Kokki Bitja

De eerste druk van Kokki Bitja verscheen in Batavia in 1843 en was niet in het Nederlands geschreven maar in het Maleis. Dat er al zo vroeg een Indisch kookboek verscheen is op zich al opmerkelijk, maar het feit dat boeken in de Maleise taal rond 1840 nog nauwelijks voorkwamen maakt dit kookboek extra bijzonder. De volledige titel van het boekwerkje is tweetalig, en in het Nederlands luidt die: Indisch Kookboek bevattende de wijze waarop allerlei soorten van spijzen, confituren en ingelegde zuren worden toebereid. Het is een klein boekje met maar 100 pagina’s en 212 recepten, bestemd voor de kokkies van Nederlandse en Indische dames in de Archipel.

 

Vrouwen die de traditie kenden en de kookkunst verstonden, want zoals in de meeste kookboeken uit de negentiende eeuw bestaan de recepten alleen uit een opsomming van ingrediënten zonder hoeveelheden en een summiere omschrijving van de handelingen. De recepten zijn een mix van Indonesische en Europese origine en hebben soms aandoenlijke namen zoals pankoek, huspot, makanan Fransman, bokkerde koek en poeding derie deeg. De eerste druk heeft alleen een kort voorwoord van de uitgever, in het Nederlands. Pas vanaf de vierde druk in 1856 verschijnt Nonna Cornelia ten tonele. Er is sprake van herziening en verbetering, en ook alle op- en aanmerkingen van lezeressen zijn meegenomen in deze vernieuwde en herziene druk: